BREQ022- De gebruikers hebben behoefte aan een digitaal systeem dat ervoor zorgt dat minimaal de gegevens, zoals voorzien in de FHIR-norm, kunnen worden opgeslagen. Een gebruiker moet aanvullende gegevens lokaal kunnen beheren, maar het systeem moet ervoor zorgen dat deze gegevens op een later tijdstip, wanneer zij worden gedeeld, kunnen worden gekoppeld aan andere gegevens die zich reeds in het gedeeld Medicatieschema bevinden, indien dat relevant is.<br/>(1) Het moet mogelijk zijn alle data op te slaan zoals voorzien in de FHIR-standaard<br/>(2) De unieke ID en versienummer van een Medicatielijn kan gebruikt worden om bijkomende informatie te koppelen. Indien de informatie specifiek is voor een gebruiker, kan die niet gedeeld worden via het gedeeld Medicatieschema, maar er kan wel een koppeling gemaakt worden zodat “eigen gebruik” mogelijk is.<br/>(3) De in de KMEHR-standaard gebruikte datum/tijd moet kunnen worden opgeslagen om gebruik toe te laten van historische gegevens, oude gegevens, relevante gegevens met betrekking tot geïnformeerde toestemming en toegangsregistratie,...<br/>(4) Gegevens moeten kunnen worden opgeslagen met een datum/tijdstempel en de authenticatie van de gebruiker en een unieke ID.<br/>(5) De unieke ID moet ook worden ingevoerd voor lokaal opgeslagen gegevens / gekoppelde systemen. Dit wordt relevant wanneer een patiëntendossier van de ene voorschrijver naar de andere wordt overgedragen en bv. deze laatste meer gegevens wil delen dan de eerste.<br/>
